Verslag van Libellenexcursie op 26 juni 2004

 

Rondleider Martin tracht de vlucht van een libelle te imiteren

Nadat zich ongeveer 15 grote en kleine mensen bij de hoofdingang hadden verzameld, vertelde Martin Camphuijsen eerst iets over het leven van de libellen. Ze beginnen als klein eitje in het water, waaruit een larve komt. Die larve eet waterbeestjes (soms zelfs kleine visjes) en wordt steeds groter en groter en na een aantal jaren is hij volgroeid en kruipt langs een stengel uit het water. Daar “verpopt” hij zich, waarna er een libelle uit tevoorschijn komt. En die libelle gaat – terwijl hij ondertussen de nodige vliegen en muggen verschalkt– vervolgens op zoek naar een soortgenoot van het andere geslacht. Als dat gelukt is vormen ze samen een soort tandem. Na een behoorlijk complexe bevruchting (ik vrees dat ik dat hier niet zomaar eventjes uit kan leggen) worden er eitjes in het water gelegd, waarna de levenscyclus zich herhatitle.

Martin had ook een (dode) libel meegenomen, zodat we allemaal even rustig konden bekijken hoe die er uitzag. Ondertussen vertelde een vrouw dat zij op haar tuin op Amstelglorie een nachtvlinder had gezien, die een glasvleugelpijlstaart moet zijn geweest; best wel bijzonder!

Daarna gingen we met netten gewapend op pad. Bij de sloot langs de speelweide zagen we een “lantaarntje”, een kleine libel met zwart-blauwe tekening, die een opvallend lichtblauwe vlek op zijn achterlijf heeft. Ook vlinders werden niet over het hoofd gezien,

 zoals een gehakkelde aurelia. Bij de singel zagen we een vroege glazenmaker en Martin demonstreerde hoe deze grote libel vanaf een goed uitzichtpunt op een boom zijn rondvluchten maakte.

Bij de parkeerplaats aangekomen vonden de kinderen kleine padjes. Ook werd er een gaasvlieg gevangen. 

 

In de buurt van de composthoop stond veel jacobskruiskruid en de rupsen van de Sind Jacobsvlinder  smikkelden daar lekker van. We konden ook
meteen zien hoe die zwart-geel gestreepte rupsen er als vlinder uitzien: zwart met rode vlekken.

Richting IJsvogellandje lopend vloog met grote vaart een keizerlibel voorbij: een forse libel.

Op het IJsvogellandje zagen we een bruin zandoogje (vlinder) een houtpantserjuffer (libel) en een huismoeder (nachtvlinder).

Bij de hoofdingang teruggekomen, zat de excursie er op en ging ieder met een voldaan gevoel weer zijns weegs

   VERLAAT HET VENSTER