BLOEMSCHIKKEN IS MODERN , VOORAL OP AMSTELGLORIE

Toch enigszins gespannen stapte ik in het voorjaar het Clubhuis binnen. Want het was niet niks wat ik ging doen: bloemschikken. Natuurlijk geloofde ik dat ik daar totaal geen talent voor had, sterker nog, ik wist zeker dat de bloemstukjes tot ‘moderne kunst’ verheven zouden worden.

In de zaal was Trudi al druk bezig met het opzetten van haar winkeltje en het vullen van de kinderbadjes voor het onderdompelen van het steekschuim. Ik zette mijn bakje op tafel en plukte nog wat aan de meegebrachte bloemen. Het wachten was op de echte bloemschikkers, de vrouwen en een man die straks met een scherp oog en wat schijnbewegingen de bloemen losjes in de oase zouden steken. Zij bloemschikten tenslotte al vele jaren.

De eerste les mochten we zelf bedenken wat we gingen maken. Meester Andreas liep langs de tafels, gaf nuttige tips en we konden aan de slag. Voor ik het wist was het tien uur. Eigenlijk was ik totaal opgegaan in mijn bloemstuk. Bloemschikken bleef wel eng, maar is vooral ook leuk. Het werd het begin van een obsessie voor bloemen, leuke takken, mooie schalen en bijzondere vormen. De hele week was ik bezig met het volgende bloemstuk. ,,O jee, daar hebben we Rita weer”, verzuchtte vrienden om me heen. Ik dook regelmatig de graskant in om grashalmen te plukken of ging op zoek naar het ideale donkere bloemetje dat het beste paste bij de lichte kleuren in het volgende bloemstuk.

En vanaf de tweede les kwamen de opdrachten. We leerden tafelstukken te schikken, bladeren te weven, met uitgebloeide bloemen te werken en op een kleur een bloemstuk te maken. De tweede les begon al gelijk spannend. Een bloemstuk van bloemen en fruit arrangeren. Heel gewaagd kwam ik aanzetten met takken hagelwitte jasmijn en takken vuurrode brandende liefde uit eigen tuin en een tros druiven en een doosje aalbessen uit de winkel. Dat alles moest op een grote ronde schaal. Voordat we aan de slag gingen deed Andreas eerst voor wat je zoal zou kunnen maken. Ik zat ademloos te kijken. In een ronde schaal schikte hij wat bladeren van de vrouwenmantel tot kleine puntzakjes die hij naast elkaar in de schaal prikte. Daartussen schikte hij kleine zwarte astertjes en bloemtrosjes van de vrouwenmantel. In ieder puntzakje legde hij een aardbei en om de buitenkant van de schaal draaide hij enkele takken klimop. Geweldig, zo simpel en zo mooi. Maar het blokkeerde meteen mijn eigen aspiraties om nog iets te maken. Wat moest ik met die jasmijn en die druiven. Veel te groots aangezet. Terwijl iedereen aan de slag ging, glipte ik de zaal uit naar buiten.

Ik ging bij een vriendin langs, plofte in een stoel en zei dat ik nooit meer terug zou gaan. We kregen de slappe lach, ze stuurde me de deur uit en daar ging ik weer. ,,Schiet op, maak maar een biedemeiertje”, riep ze me na. Andreas hielp me uiteindelijk over het dooie punt heen. Hij herschikte de rode bloemen tussen de jasmijn, verschoof de tros druiven en legde de takjes bessen langs de rand van de schaal. Prachtig zag het er uit. Vanaf die avond was ik over mijn drempelvrees heen. Ik had geen bijzonder talent nodig om plezier te hebben in het bloemschikken en wat Andreas leert is verre van saai en ouderwets. Toch geloven de meeste cursisten dat juist het oubollige imago van de bloemschiklessen de tuinders op Amstelglorie tegenhoudt om op dinsdagavond naar het Clubhuis te komen.

Dat lijkt me onzin. Juist in deze tijd, waarin mensen ongelooflijk veel aandacht besteden aan de inrichting van hun huis en het mooi versieren van de eettafel, zouden meer tuinders interesse moeten krijgen om de bloemstukken zelf te maken. Daarom deze oproep. Kom eens een dinsdagavond kijken hoe Andreas te werk gaat. En bedenk dat alle bladeren, vruchten en bloemen die je nodig hebt voor een bloemstuk op ons tuinpark te vinden zijn.

Rita van Veen                        Bloemschikken in beeld (klik)