Verslag vroegvogelexcursie op 29 mei 2004

 

Tot mijn verrassing waren zo’n 15 mensen vroeg uit de veren gekomen om mee te gaan. Het was een zonnige ochtend, we vertrokken om even over half zes en het was al behoorlijk licht. De echt vroege vogels (zoals de merels) zongen dus al niet meer en waren al op het speelterrein wormen aan het zoeken.
Tjiftjaffen en winterkoninkjes waren gedurende de hele wandeling langs de buitensingel van Amstelglorie volop te horen, zeker zoveel als er vorig jaar waren geteld (zo’n 30 territoria). Bij het bos vlak vóór het parkeerterrein hoorden en zagen we de groep staartmezen die daar vaker worden gesignaleerd; later kwamen we het groepje weer tegen bij de kruidentuin. Een wonderlijke zwart-witte vogel vloog over, wat bij nader inzien een ekster zonder staart bleek te zijn.
 In een boompje zat een putter te zingen, die zich ook mooi liet zien.
Daarna kwamen we langs een tuin waar halsbandparkieten smulden van de appels die er waren opgehangen, terwijl de bewoner in alle vroegte in zijn ochtendjas van dit uitzicht zat te genieten.
Even later, toen we even stil stonden om naar een vogel (waarschijnlijk rietzanger) te luisteren en te kijken, kwam er een vrouw uit een huisje zetten die boos en verontwaardigd vroeg wat we daar stonden te doen. Hoewel we geheel naar waarheid antwoordden en naar mijn overtuiging betrekkelijk weinig lawaai maakten (zeker in aanmerking genomen dat het Luilak was!) zijn we voor haar en onze gemoedsrust toen maar snel een stukje doorgelopen.
 Daar konden we goed het verschil tussen een zanglijster en een vrouwtjesmerel zien, toen ze vlak na elkaar door dezelfde tuin hipten. Af en toe hoorden we een zwartkop (klinkt als een opgevoerde merel) en verschillende heggemussen. Koolmezen waren natuurlijk ook regelmatig te zien en te horen (ook jongen); pimpelmezen veel minder. Verder een paar fitissen en roodsborstjes gehoord, en een enkele vink. En uiteraard houtduiven, een opvliegende fazant, zwarte kraaien, eksters, meerkoetjes, wilde eenden en een haas.

Na het hele terrein te hebben rondgelopen, waren om ongeveer half acht bij de uitgang en ging ieder weer zijns weegs, met nog een hele dag voor zich.

 

Wilfred Reinhold