Directie Participatie Tuinpark Amstelglorie Ontwerp-Tracébesluit / MER Zuidasdok A10 Jan Vroegopsingel 7 Postbus 30316 1096 CN Amsterdam 2500 GH Den Haag
Amsterdam, 20 april 2015.
Geachte mevrouw, heer, Bij deze dienen wij als tuinpark Amstelglorie een gezamenlijke zienswijze in voor het Ontwerp-Tracébesluit Zuidasdok. Wij reageren op de voorstellen tot verbreding van de rondweg A10 (zuidelijk deel) en de gevolgen hiervan voor de tuinders/bewoners en gebruikers van Amstelglorie. Deze zienswijze kunt u beschouwen als voortbouwend op een eerder ingediende zienswijze betreffende de milieu-effect-rapportage (MER). Na deze aanbiedingsbrief treft u in achterliggende bijlagen de punten aan waarvoor wij uw aandacht vragen en daarna een addendum voor de toelichting op de genoemde punten. Tuinpark Amstelglorie werd in de jaren van wederopbouw, begin jaren ’50, opgericht aan de Jan Vroegopsingel langs de Amstel. Het complex telt 440 tuinen, variërend in grootte van 200 tot 250 m2. Dat betekent ruim duizend tuinders en een onbekend, maar minstens even groot aantal bezoekers en belangstellenden, die in het tuinseizoen (april – oktober) overdag vrije toegang hebben op het tuincomplex. In onze zienswijze onderscheiden wij drie aandachtspunten: onze bezorgdheid, wensen en aanbevelingen met betrekking tot de aanleg van Zuidasdok voor Amstelglorie. In de eerste bijlage staan onze punten kort geformuleerd, de tweede bijlage bevat een nadere toelichting hierop. Wij concentreren ons vooral op de consequenties van het besluit voor ons tuincomplex, maar maken ook in grote lijnen opmerkingen over het project als geheel. Wij nemen aan dat u onze punten naar behoren in overweging en zelfs over neemt en zien uit naar uw reactie. Voor toelichting of nader overleg zijn wij uiteraard altijd te bereiken. Hoogachtend namens bestuur en leden van tuinpark Amstelglorie, Mw. S. Marcus (vvamstelglorie@gmail.com) Bijlage 1. Tuinpark Amstelglorie werd in de jaren van wederopbouw, begin jaren ’50, opgericht aan de Jan Vroegopsingel langs de Amstel. Het complex telt 440 tuinen, variërend in grootte van 200 tot 250 m2, waar ruim duizend tuinders gebruik van maken. in het tuinseizoen (april – oktober) is het tuincomplex vrij toegangkelijk en wordt het bezocht door een onbekend, maar minstens even groot aantal bezoekers en belangstellenden. De tuinders van Amstelglorie zijn op tal van punten bezorgd over de verbreding van de A10 ter hoogte van het volkstuincomplex. In grote lijnen gaat onze zorg uit naar de duur en intensiteit van de bouw van Zuidasdok in deze hoek. Maar ook naar de consequenties die de verbreding heeft, met name door de toename van verkeersstromen, op de snelweg, met openbaar vervoer en luchtverkeer, en of dit niet ten koste gaat van het kwetsbare en langzamere verkeer van fietsers en voetgangers. Ook gezondheidsproblemen, forse geluidsoverlast en vervuiling van lucht en water voorzien wij. Als tweede cluster van zorg beschrijven wij in de bijlage aspecten van veiligheid en waardevermindering. Wij formuleren vervolgens een aantal wensen met betrekking tot de aanleg en bouw van Zuidasdok in de omgeving van Amstelglorie. Zo is de wens om zoveel mogelijk oog en aandacht te hebben voor de (natuur)historische en landschappelijke kwaliteiten van het volkstuincomplex, net als de cultuurhistorische kwaliteit van (voormalig) stadsdeel Zuid, met zijn musea en andere internationaal befaamde culturele instellingen. Hiermee hangt samen de door velen zeer gewenste spreiding van de toeristische druk op de stad. Ook met betrekking tot waterberging en –lozing, afwatering, werktijden, een groen talud, natuurlijke buffers en apparatuur hebben wij een aantal wensen geformuleerd. Tenslotte doen we een aantal aanbevelingen. Bijlage 2. a) BEZORGDHEID We vrezen dat: 1. de barrière van de binnenring A10 groter wordt in plaats van kleiner, we missen de leidende gedachte achter het idee van het oorspronkelijke ondertunnelingplan van Zuidasdok. 2. er veel negatieve effecten zullen optreden voor de woon- en werkomgeving; de omvang van de Amsterdamse bevolking is sterk toegenomen en deze effecten zijn niet in kaart gebracht. 3. de nieuwe cijfers omtrent de hoeveelheid autoverkeer zijn toegeschreven naar de nieuwe wegcapaciteit, de oorspronkelijke inschattingen van de ontwikkelingen van de omvang van het autoverkeer zijn door de kredietcrisis achterhaald. 4. de barrièrewerking tussen de zuidelijke delen van Amsterdam (te) groot wordt omdat het trein- en metroverkeer bovengronds blijft en significant toeneemt. 5. een aanmerkelijk deel van het verkeer over de rondweg A10 niet functioneel verkeer wordt, maar gemaksverkeer, uitgelokt en aangemoedigd door een infrastructuur met vooral verkeersbevorderende maatregelen voor het traditionele autoverkeer. Dat hangt samen met het achterwege blijven van voorrangsmaatregelen en adequate voorrangsvoorzieningen voor het langzame bestemmingsverkeer (fietsers en voetgangers) en een fijnmaziger en milieuvriendelijk openbaar vervoersnetwerk binnen en tussen de stadsdelen. 6. er geen rekening wordt gehouden met ontwikkelingen van nieuwe vormen van (elektrisch) vervoer die nodig zullen zijn als gevolg van aanscherping van uitstootnormen die aan particulier en vrachtvervoer over de weg in de agglomeratie Amsterdam worden gesteld. Hetzelfde geldt voor algemeen maatschappelijke ontwikkeling die leiden/leidden tot een sterke afname van het eigen autobezit, met name onder de jongere generaties. 7. er geen onderscheid wordt gemaakt tussen personen- en vrachtvervoer; vooral alternatieven voor bevoorrading van winkels en bedrijven binnen de ring is een ernstige omissie. 8. er onvoldoende aandacht is voor historisch en landschappelijke kwaliteiten van Amsterdam en hoe deze voor de toekomst te borgen; dit geldt zowel voor de stedelijke lobben als de groene scheggen die door het project doorsneden worden. 9. de A10 als groene corridor zoals die wordt geschetst volstrekt kunstmatig is en buiten de vleermuizen geen enkele relatie met relevante indicatoren en natuurwaarden heeft, zoals die wel gelden voor de gebieden die in het kader van het ecolint van oost naar west (en vice versa) door Amsterdam-Zuid zijn aangelegd; de nieuwe plannen besteden ook geen aandacht aan de nieuwe barrières voor de stadsnatuur die in dit nog kwetsbare ecolint in de nieuwe plannen worden opgeworpen. 10. de leefbaarheid van het Zuidasgebied wordt gefrustreerd door nieuwe en bredere barrières in het noord-zuidverkeer; dit gebied verkeert al tientallen jaren in een permanente staat van omleidingen en opbrekingen van de langzame infrastructuur (fietsers en voetgangers) - tegen de verdrukking in neemt vooral de hoeveelheid fietsers sterk toe, met als gevolg een forse constipatie van de openbare ruimte door gebrek aan (overdekte) stallingmogelijkheden en ongeleide stromen fietsers die gezamenlijk op zoek zijn naar alternatieven voor hun steeds weer opnieuw versperde weg moeten zoeken. 11. de bouwplannen weer voor vele jaren het herstel van de fiets- en voetgangersverbindingen in de noord-zuidontsluiting frustreren voor bewoners, bezoekers en toeristen. 12. de negatieve effecten voor de woon- en werkomgeving op de toegenomen Amsterdamse bevolking niet in kaart zijn gebracht en eerder groter dan kleiner zullen worden. 13. de tuinen die vlak langs het tracé liggen aanmerkelijk minder zonlicht krijgen, met name in de wintermaanden; door die afgenomen hoeveelheid zon zal de kleigrond nog langer vochtig blijven, met alle gevolgen voor de gewassen en de huisjes van dien. 14. negatieve effecten van de barrièrewerking tussen de voormalige stadsdelen binnen de ring en de nieuwe erbuiten die ontstonden bij de aanleg van de A10 als rondweg en binnenring van autosnelwegen die toegang geven tot de binnenstad. 15. er gezondheidsproblemen en geluidsoverlast zullen ontstaan door de stapeling van vervuilende en het milieu belastende infrastructuur; dit mede door de forse groei van weg- en vliegverkeer in Amsterdam-Zuid. 16. in geval van een verkeersongeval de A10, ter hoogte van Amstelglorie, een (vracht)auto van het talud een tuin in zal duikelen. 17. waardevermindering van een groot aantal tuinen; hoewel de taxatie van de percelen die vrijkomen uitgaat van zowel tuin als opstal, en niet van de locatie van het tuinhuis, zal er wel degelijk waardevermindering ontstaan, omdat de huisjes veel minder snel verkocht worden, of zelfs onverkoopbaar worden. 18. de bouwwerkzaamheden die plaatsvinden bij Amstelglorie tot grote overlast van de tuinders en bezoekers zal leiden. 19. de bestaande verontreiniging van het talud langs het gehele metrotracé, dat met zware metalen als lood en zink is verontreinigd erger zal worden na afronding van het project, met name voor de tuinders die een tuin en huisje hebben tegen de metrohelling aan. Hetzelfde geldt voor de verontreiniging met koolwaterstoffenink is verontreinigd erger zal worden na afronding van het project, met name voor de tuinders die een tuin en huisje hebben tegen de metrohelling aan. Hetzelfde geldt voor de verontreiniging met koolwaterstof, door de werkzaamheden met de asfaltlagen de afgelopen jaren.
b. WENSEN
Wij menen dat er rekening moet worden gehouden met:
1. de waterberging; immers meer asfalt betekent meer water, bij Amstelglorie is geen extra waterberging ingetekend of benoemd, terwijl door de verbreding en de extra rijbanen van de parallelweg toch ook water zal gaan afvloeien via de taluds aan de noordzijde. Dat betekent dat de wateroverlast die de lagergelegen delen van het complex nu al kent, alleen maar groter zal worden. 2. het feit dat de afwatering van het Amstelknooppunt en de A10 ter hoogte van Amstelglorie sinds de ingebruikname in 1981 ongefilterd en via de taluds plaatsvindt, direct op de buitensloot van het tuincomplex. De visuele verontreiniging bij zware regenval na een droge periode is duidelijk zichtbaar bij de uitgangen van de lozingsbuizen en op het wateroppervlak. 3. het recente onderzoek (november 2014) van de waterbodems van het complex hebben aangetoond dat het ongezuiverd lozen van het water van de snelwegen A2 en A10 de waterkwaliteit en de baggerspecie ernstig hebben verontreinigd en dat deze verontreiniging door onoordeelkundig baggerwerk van de ringsloot door de gemeente ver is doorgedrongen tot ver in de secundaire sloten binnen het tuincomplex. 4. het gegeven dat in de nieuwe situatie moet worden voorkomen dat er dan ook weer vervuild regenwater in de sloten terechtkomt, wat de reeds bestaande vervuiling alleen maar verergert. 5. het feit dat de meeste tuinders in het weekend op Amstelglorie recreëren er niet op zaterdagen en zondagen wordt gewerkt; hetzelfde geldt voor de avonduren. 6. de seizoenen, in het bijzonder broedseizoen en de schoolvakanties 7. het feit dat er zoveel mogelijk werkzaamheden tegelijkertijd worden uitgevoerd, zodat er een concentratie in tijd (en ruimte) is om onnodig lange periodes van overlast te voorkomen. 8. eventuele andere bouwplannen waarmee nu al rekening gehouden moet worden, met name de bouwwerkzaamheden in het gebied Amstel 1 en de geplande omvorming van de A2 van de kortste snelweg tot de stadsstraat. 9. het feit dat er zal worden gewerkt met de schoonste generatie werktuigen in verband met geluids- en uitstootoverlast. 10. dat we graag een groen talud terugzien, maar niet met bomen die hoger kunnen worden dan het talud, dit in verband met de hoeveelheid zonlicht op de tuinen. 11. graag ontvangen wij daarom een dwarsdoorsnede van de hoofd- en bijwegen en het talud ter plaatse van de uitbreiding bij de ringsloot van Amstelglorie. Wij hebben daarbij de volgende specifieke vragen: - hoe steil wordt de helling van het talud? - hoe dichtbij eindigt het talud bij de ringsloot? - hoe wordt gronddruk van het wegdek aan het talud opgevangen ter plaatse van de ringsloot (ofwel: welke beschoeiingen worden aan de wegzijden aangelegd?) 12. natuurvriendelijke toe- en aanpassingen met de nieuwste inzichten wat betreft de beplanting van de taluds, zoals bijvoorbeeld fijnstofafvangende beplanting.
c. AANBEVELINGEN
We bevelen dan ook aan om: 1. voldoende oog te hebben voor de internationale uitstraling die het Zuidasgebied kan hebben en al heeft met zijn uitgebreid historische en geografische archieffunctie in de groene Amstelscheg – denk aan de kunstmusea en het concertgebouw rond het Museumplein - en om de sterk toegenomen toeristenstromen in het centrum meer te spreiden. 2. de verbindingen voor voetgangers, fietsers en waterverkeer te herstellen en verbeteren via de unieke groene scheggen en historische waterwegen in het Amstellandgebied enerzijds en de Schinkel, Nieuwe Meer en Amsterdamse Bos anderzijds. 3. hoewel tuinpark Amstelglorie geen erkende natuurstrook is, in de zin van Natura 2000, bepleiten we wel waardering voor de inzet van vele honderden tuinders om van het gebied een natuurgebied te maken en het een integraal onderdeel te laten blijven van het zuidelijke Ecolint van Amsterdam. 4. voor het noordelijke deel van het volkstuincomplex zijn statistische metingen verricht naar de staat van de vervuiling van de waterbodems (november 2014) ; dat zou alsnog ook voor het zuidelijke deel moeten worden gedaan. 5. hoewel er geen permanente bewoning op het tuinpark plaatsvindt, bepleiten we wel om natuurlijke buffers te plaatsen; deze nader in te vullen naar de nieuwste inzichten en in nauw overleg met Amstelglorie te bepalen. 6. gedurende de werkzaamheden van aanleg en afwerking zoveel mogelijk te zorgen voor zo weinig mogelijk overlast voor de tuinders en andere reguliere gebruikers, zoals schoolklassen die Amstelglorie bezoeken. 7. zoveel mogelijk rekening te houden met het aspect veiligheid tijdens de werkzaamheden; met name die van tuinders, de tuinhuizen en bezoekers en zijn er extra waarborgen in bij extreme weersituaties. 8. voor de start duidelijkheid over wat er met de bouwplaats na de bouw gaat gebeuren. 9. wat betreft de cumulatie van geluid – metro, autoverkeer, trein, vliegtuigen – bevelen we aan hier tijdig rekening mee te houden en te bespreken met de betreffende partijen. 10. datzelfde geldt voor de Wet geluidhinder. Wij zijn van mening dat Amstelglorie weldegelijk binnen de reikwijdte van deze wet valt, als zijnde een geluidsgevoelige bestemming. We verzoeken daarom hier voorzieningen voor te treffen. 11. Zuidasdok moet de noord/zuid barrieres opheffen in plaats van nieuwe te creëren. Het plan mist de ambitie en urgentie die aanleiding was voor de oorspronkelijke discussie over een Zuidasdok; het huidige Zuiddokplan biedt ook geen structurele oplossingen voor de overlast en de barrièrewerking van de A10. Het hele plan betekent een periode van minstens vijftien jaar bouwoverlast in het hele gebied tussen Amstel- en Schinkelknooppunt.
12 Groene buffer en natuurwaarden Voor de aanleg van het verbrede dijklichaam wordt al het huidige groen, bomen en struiken verwijderd. Een van de plezierige aspecten van het hebben van een tuin aan de buitenkant van Amstelglorie is het uitzicht op deze groene strook, die bovendien in de loop van de tijd een waardevol groen lint is geworden. In het huidige talud nestelen de ijsvogel en roofvogels als de buizerd. Bunzing, hermelijn e.a. zeldzame zoogdieren gebruiken het als migratieroute tussen de groene scheggen van Amsterdam. Grasmussen, bosrietzangers en karekieten profiteren van de geringe verstoring van het niet toegankelijke talud en broeden hier in de bossages struiken en rietkragen. In het gepresenteerde plan ontbreken specifieke details over de bescherming van deze natuurwaarden tijdens de bouw en in de plannen voor nieuwe begroeiing. Dit moet onderdeel worden van de aanbesteding en worden opgenomen in de detailplanning van de aannemer(s) die het werk uitvoeren. Zodra 30-50m van het nieuwe dijklichaam gereed is, wordt begonnen met het beplanten met struiken en bomen en kruiden van een zodanige samenstelling dat het dijklichaam snel weer een waardevol groen ecologisch lint wordt. Door dit in nauw overleg met de stadsecologen en de tuinders van Amstelgloire te doen kan bovendien tegelijkertijd een optimale natuurlijke buffer gecreëerd worden tegen de schadelijke uitstoot van fijnstof en geluidsoverlast van het verkeer. 13 Waterberging en -verontreiniging van waterbodems op en rond het complex Amstelglorie. Voor het Zuidasdok zelf worden zeer gedetaillleeerd de waterberging en effecten op het grondwater in en nabij het plangebied in beeld gebracht. Gedurende de bouw bij de verschillende bouwwijzen en voor wat betreft de verwachte eindsituatie. Dit gebeurt niet voor de omgeving van het Amstelknooppunt, waar nu al ernstige situaties van wateroverlast bekend zijn. Ondermeer op de lagergelegen delen van het volkstuinpark Amstelglorie. De effecten op het freatisch grondwaterniveau tijdens en na de bouw van het verbrede talud, het extra asfalt van de parallele rijbanen en de nog niet ingetekende bouwplaatsen en -wegen dienen in kaart gebracht te worden. Alsmede een uitgewerkt voorstel hoe de extra te verwachten wateroverlast voorkomen kan worden. 14 Het is onaanvaardbaar dat de erfenis van 35 jaar ongezuiverd lozen van het afvalwater van de rondweg A10 aan de noordzijde en de effecten op de water- en landbodems van het complex Amstelglorie nergens benoemd worden in het deelrapport de opsomming van verdachte locaties. Er moet een gedegen nader onderzoek worden gedaan naar de kwaliteit van gehele waterbodem in het zuidelijk deel van Amstelglorie; de overheden die verantwoordelijk zijn voor deze ernstige gebreken aan de afwatering van de huidige wegen rond het complex dienen ook de rekening gepresenteerd te krijgen voor de sanering van de watergangen op Amstelglorie, zodat er geen verdere gezondheidsschade kan optreden bij toekomstige generaties tuinders. 15 Integraal onderdeel van de aanbesteding moet zijn dat de aannemers die inschrijven ook een gedetailleerd plan maken hoe tijdens de werkzaamheden de overlast voor de tuinders tot een minimum wordt beperkt. Maatregelen als: niet werken op zaterdag en zondag en de avonden, inzet van de meest moderne machines wat betreft geluid en uitstoot van verbrandingsgassen, tijdige voorlichting aan de tuinders wanneer welke werkzaamheden worden uitgevoerd. 16 Hoewel strak ingekaderd in het feitelijke plangebied - wordt er nog veel open gehouden in de wijze waarop straks in de uitvoering van de bouwwerkzaamheden hun beslag gaan leggen op het volkstuincomplex Amstelglorie, Te denken valt aan de opslag van bouwmaterialen de plaatsing van installaties, pompwerkzaamheden en waterberging gedurende de bouwfase en bij extreme weersomstandigheden zoals die zich bijvoorbeeld in augustus 2014 voordeden leiden onherroepelijk tot ernstige wateroverlast op het complex. Ook de veiligheid van tuinders/bewoners en gebruikers is in de plannen niet goed afgeregeld. 17 Overlast gevende werkzaamheden dienen tot een minimum beperkt te blijven en zo min mogelijk plaats te vinden gedurende het tuinseizoen, de weekenden, vroege ochtend- en avondwerkzaamheden en werken in het donker met helle lampen werkt uitermate verstorend op de fauna waarvoor Amstelglorie een groene en 's nachts donkere oase betekent in een sterk verstedelijkte omgeving. Ook dit moet zoveel mogelijk geborgd worden tijdens de uitvoerende werkzaamheden. 18 Op de website van Amstelglorie komt gedurende de gehele bouwperiode een 24/7 bereikbaar telefoonnummer waar overlastmeldingen en gevaarlijke situaties gemeld kunnen worden; er wordt direct gemeld welke vervolgstappen er door de eerstverantwoordelijk uitvoerder van de werkzaamheden genomen zullen gaan worden. In geval van calamiteiten op Amstelglorie kunnen ook werkzaamheden direct stopgezet worden en worden aanwezige tuinders direct op de hoogte gesteld van mogelijke risico's. 19 In de huidige wijze van aanbesteden wordt veel van de detaillering overgelaten aan de aannemers. Het gevaar is dat aanbevelingen en wensen uit deze zienswijze die door de projectorganisatie Zuidasdok worden overgenomen niet tot uitvoering leiden omdat de aannemers deze niet hebben meegenomen in hun uitwerking. Dat kan worden voorkomen door een duidelijke procedure: a. De Projectorganisatie benoemt concreet de wensen en aanbevelingen die worden overgenomen b. De projectorganisatie maakt deze ook expliciet onderdeel van het bestek van de aanbesteding, ziet er op toe dat deze ook worden gerealiseerd en laat aan de hand van de opdrachtomschrijving ook zien aan Amstelglorie dat de aannemers de wensen en aanbevelingen zullen uitvoeren. 20 Planschade en nadeelcompensatie Het kappen van de huidige groenstrook op het dijklichaam, de ingrijpende veranderingen en lange periode van bouwoverlast kunnen tot gevolg hebben dat er geen geïnteresseerden meer zijn voor een tuin als een eigenaar opzegt. Onderdeel van het project moet een duidelijke en uitgewerkte regeling zijn waarin wordt vastgelegd dat: a. Een eigenaar van een tuin die heeft opgezegd en waarvoor vier maanden na opzegging geen opvolger is gevonden hiervoor financieel wordt gecompenseerd. b. De financiële compensatie bestaat uit het bedrag dat volgens de gebruikelijke procedure bij opzegging door de taxatiecommissie van Amstelglorie is vastgesteld 21 Historisch geografisch archief op het complex Amstelglorie In de bijlage met daarin inschatting van de archologische waarden binnen het plangebied Zuidasdok ontbreken de nieuwste inzichten over de oudste geschiedenis van de stad Amsterdam (850 - 1200 na Chr.) Volgens het recent ontsloten topografisch archief van Amstelland (zie onder meer de publicatie "Amsterdamse Boeren" van onderzoeker Chris de Bont pag. 144 e.v.) bevindt zich op het zuidelijk deel van het Volkstuincomplex op de grens van het plangebied een aftakking van de naar het zuiden afwaterende oerAmstel. Het hier nog aanwezige bodemarchief dient met de grootste omzichtigheid nader onderzocht en in tact gelaten te worden. Het zou onderdeel kunnen worden van het al zeer rijke maar recentere topografisch archief van de Amstelscheg.
22 Voorkomen van overlast tijdens de bouw en communicatie met de tuinders In huidige aanbestedingsprocedures voor infrastructurele plannen, zoals het plan Zuidasdok, stelt de overheid als opdrachtgever de uitgangspunten/eisen alleen op hoofdpunten op. In de aanbestedingsprocedures wordt van de aannemers/uitvoerders van (de delen van) het plan verwacht dat zij de verdere details invullen. Het is voor Amstelglorie van groot belang dat de projectorganisatie Zuidasdok hard toezegt en garandeert dat de punten van onze zienswijze ook onderdeel worden van de aanbestedingsprocedures. Voorkomen moet worden dat opdrachtgever en opdrachtnemer naar elkaar gaan wijzen met als gevolg dat de punten uit de zienswijze niet worden opgepakt en uitgevoerd
|